Als je een grote tuin hebt, dan heb je de mogelijkheid om een tuinhuisje te bouwen of te laten bouwen. Een tuinhuisje kun je gebruiken voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld om je gereedschap te bewaren, een gezellig relax-plekje te maken of om als schuurtje te gebruiken. Je kunt het natuurlijk laten maken, maar het is leuker (en goedkoper) om zelf lekker aan de slag te gaan. In dit artikel lees je tips over het bouwen van een tuinhuisje.
Als eerste moet je controleren of het wel toegestaan is om extra te bouwen op de grond die je hebt. Je hoeft gelukkig geen vergunning te hebben voor een tuinhuis, als je je aan deze twee belangrijke regels houdt: het huisje mag niet vastzitten aan het huis en mag uit maximaal 1 verdieping bestaan. Sommige gemeentes hebben andere specifieke regels, dus zorg dat je dat zeker even checkt.
Vervolgens ga je op zoek naar materiaal. Je wil natuurlijk dat het huisje lang blijft staan, zeker na al het harde werk dat je er in hebt gestoken. Daarom is het verstandig om hout te gebruiken dat lang meegaat. Een veel gebruikte soort is vurenhout. De kleur van het hout maakt niet zo veel uit, want de meeste mensen kiezen er toch voor om het hout te verven.
Als je het hout goed wil onderhouden, moet je houtbeits kopen en dat aanbrengen op het hout voordat je begint met verven. Beits zorgt er namelijk voor dat het hout vocht vasthoudt en niet uitdroogt. Hierdoor gaat het hout langer mee en ziet het er verzorgd uit. Na het aanbrengen van de Beits kun je gaan schilderen. Houd er rekening mee dat de verf lang moet drogen.
Zodra de buitenkant van het huisje klaar is, kun je beginnen aan de inrichting. De oppervlakte is waarschijnlijk niet groot, dus je zult slimme manieren moeten verzinnen om handig met de beperkte ruimte om te gaan.